Verwijder het vlies aan de achterkant van de spareribs.
Loop het rack na en verwijder met een scherp mes loszittende stukjes vlees. Als de buitenste botjes doorgezaagd of gespinterd zijn snij je die er ook af.
Snij hele dikke lagen vet in een ruitjes patroon zoals je bij een eendenborst zou doen. Zo kan het vet beter weglopen.
Bestrooi de ribs met zeezout en zwarte peper.
Voeg het rookhout toe aan het vuur en leg de ribs in de barbecue, weg van het vuur. Sluit de deksel.
Prik na 1,5 uur met de voeler van een thermometer of een satéprikker tussen de botjes. Als het vlees aanvoelt als zachte boter of een pot pindakaas dan zijn je ribs gaar. Is dat niet het geval dan laat je ze 20 minuten langer liggen en controleer je opnieuw.
Als de ribs lkaar zijn mogen ze van de barbecue. Laat ze 10 minuten onder aluminiumfolie rusten voordat je ze aansnijdt.