Langzaam gegaarde kalfswangen van de barbecue

Werkvlees, vlees dat door een dier veel gebruikt wordt, leent zich uitermate goed voor een langzame garing op de barbecue. Als er iets is dat bij runderen veel in beweging is dan zijn het wel de wangen. Voor veel mensen zal dit stukje vlees misschien net een stap te ver zijn, maar wangen zijn echt heerlijk! Daarom was ik blij dat ik bij Beef en Steak zag dat ze kalfswangen in het assortiment hebben. Die mochten mee met de bestelling en langzaam garen met wat rook in de Bastard.

Ik ben een fan van vergeten stukken vlees, delen die mensen niet (meer) kennen. Vaak zijn deze delen ook nog eens vriendelijk geprijsd. Soms worden ze niet meer gekocht omdat er een hang is naar magerder vlees, omdat het net wat meer werk is om te bereiden of omdat het “eng” is om zoiets te eten. Wat de argumenten ook mogen zijn, doe er als liefhebber je voordeel mee.
Een van de bovenstaande argumenten valt bij kalfswangen in ieder geval af, het vet zijn. Kalfsvlees is relatief mager en omdat het rund nog jong was is het vlees heerlijk mals. Er loopt wel iets vet doorheen, maar dat geeft het vlees zijn smaak en zorgt ervoor dat het lekker sappig blijft. Aan één kant van de wangen zit een vlies dat je eraf moet snijden, dus het is wel wat meer werk, maar dat is ook eigenlijk het enige werk dat je er aan hebt.

Blijft er over dat wangen eng zouden zijn om te eten. Als je je over die gedachte heen kunt zetten heb je een heerlijk stukje vlees op je bord dat bijna uit elkaar valt als je er naar kijkt.

---

[the_ad id=”11954″]

---

Langzaam gegaarde kalfswangen

Ingrediënten:

• kalfswangen (die koop je bijvoorbeeld hier)
• zout
• peper
• boter
• lichtbruine basterdsuiker
• honing

Extra:

• rookhout, een blokje hickory hout is heerlijk hierbij
• kernthermometer (bijvoorbeeld deze)

Bereiding:

Maak de barbecue klaar voor indirecte bereiding op 125°C. Als je niet weet hoe je dat moet doen dan laat ik je dat hier zien.

Verwijder met een scherp mes de vliezen van de wangen.

Smeer de wangen in met wat olie en bestrooi ze met zout en peper. Doe dit niet overdreven dik want het vlees heeft een delicate smaak.

Voeg het rookhout toe aan het vuur en leg de wangen op de barbecue, weg van het vuur, en sluit de deksel.

Kijk na drie uur of de kruiden goed vast zitten en de wangen mooi van kleur zijn. Het vastzitten controleer je door even met je vinger tegen de kruiden aan te duwen.

Als de kruiden vastzitten en de kleur mooi is mogen de wangen van de barbecue om ingepakt te worden. Zijn ze nog niet zover controleer dan om het kwartier of ze goed zijn.

Pak de wangen elk in een stukje aluminiumfolie samen met een klontje boter, een flinke eetlepel basterdsuiker en een eetlepel honing.

Vouw de folie goed dicht en leg de wangen terug in de barbecue. Plaats in één van de wangen de voeler van de thermometer.

Als de interne temperatuur van de wangen 95°C is zijn de wangen gaar. Bij mij duurde dat na het inpakken een uurtje. Je kunt even met de voeler in de wangen prikken, deze moet erin gaan als in zachte boter. Als ze nog teveel weerstand hebben kun je ze nog langer laten liggen en de priktest een kwartiertje later herhalen.

Haal de wangen van de barbecue en doe de folie open om ze even uit te laten dampen, zo’n 10 minuten. Sluit de folie en laat ze nog een minuut of 5 rusten voordat je ze serveert.